dinsdag 28 februari 2017

Auto

We staan stil.
Het is vreemd maar echt waar. De auto wil niet verder. Maarten heeft een oplossing: ‘Als je terugloopt naar die winkel en benzine haalt, kunnen we verder.’ Arjen en Mark weten dat het iets ingewikkelder ligt en Arjen struikelt over zijn woorden in de haast om allerlei raadgevingen te spuien. De auto rijdt er echter geen meter meer door.

vrijdag 16 december 2016

Vierkante ogen

Toen Arjen jaren geleden voor zijn C-diploma afzwom, ging er iets mis. Week in week uit hadden de kinderen geoefend op een mooie koprol. Tijdens het afzwemmen riep de zwemjuf als er een rijtje kinderen klaar stond: ‘Denk er om: je gaat met een koprol in het water, daarna even watertrappen en dan…’ Groepje na groepje ging keurig het water in. Tot Arjen zenuwachtig op de rand van het bad stond. De juf riep: ‘Nu spring je in het water en dan…’ De verwarring was duidelijk op zijn gezicht te lezen. De andere kinderen lachten er om. Juf maakt een vergissing! Zij gingen met een mooie koprol het water in. Arjen sprong – want dat zei juf toch?

zaterdag 12 november 2016

Geen zin

Maarten heeft geen zin in deze dag. Het is al duidelijk als hij met een zielig snoetje bij me in het grote bed kruipt. Nog dichter dan anders moet hij bij me liggen, nog steviger dan anders knelt hij zijn armen om me heen, nog dieper zijn de zuchten die hij slaakt. Maarten heeft geen zin.

zaterdag 22 oktober 2016

Afscheid

Midden op het schoolplein staat een brullende jongen. ‘Mama! Mama! Ik wil nog een kus! Mama!’ Ik kijk niet om en loop stug door naar de schooldeur. Ik weet dat zijn vader hem tegenhoudt en een extra knuffel geeft.
Normaal gaat Arjen niet met tegenzin naar school. Maar vandaag wel. Want vandaag gaan zijn ouders weg en ze komen pas over drie dagen terug. Drie hele dagen en drie hele nachten zonder papa en mama. Dat kan niet. Dus kan Arjen vandaag niet naar school, want als hij dan om twaalf uur buiten komt zijn papa en mama weg. Het is wel leuk dat opa en oma komen, maar opa en oma zijn papa en mama niet. Arjens logica werkt feilloos. Nogmaals schalt zijn stem over het plein: ‘Mama, je mag niet weg! Mama!’
De bel gaat. Ik breng Maarten naar zijn klas en loop door naar het documentatiecentrum, waar ik tweemaal per week een half uur lang extra leeshulp geef aan twee kinderen uit groep vier. De beide kinderen hebben meestal niet zo’n zin in deze ‘dwangarbeid’ en zoeken allerlei dingen die hun van de verplichte boekjes kunnen afleiden. Deze keer komen ze ruimschoots aan hun trekken. Ik heb mijn jas nog niet uit of daar komt een brullende Arjen aan. Hij weet precies wanneer ik in school ben voor het één of andere klusje – zelfs als ik het hem niet heb verteld! – en komt dan steevast ‘toevallig’ langs. Hij werpt zich om mijn hals en is duidelijk niet van plan me de komende uren weer los te laten. Wat nu?

Terwijl de beide kinderen genieten van de show die ze krijgen, probeer ik Arjen voorzichtig van me los te maken. Dat lukt als ik hem er op wijs dat hij zo sterk is dat hij me bijna omgooit. Praten heeft verder geen zin meer. Hij weet dat we een weekend weggaan en hij weet ook heel goed dat hij veel plezier gaat maken met opa en oma. Gelukkig krijgt een juf in de gaten wat er gebeurt. Zij plukt Arjen bij me weg en voert hem naar zijn klas, waar zijn eigen juf hem al met open armen opwacht. Mijn afscheidsgroet is een betraand smoeltje.

’s Avonds bel ik naar huis. De jongens komen alle drie stralend aan de telefoon, ook Arjen. Ze hebben haast geen tijd om met me te praten, want opa en oma zijn er!

dinsdag 18 februari 2014

Twintig roze rozen


Zoals gewoonlijk is Arjen per bus op weg naar school. Iets minder gewoon is zijn bagage: twintig langstelige rozen gewikkeld in een groot stuk papier om ze te beschermen tegen de wind en de kou. Arjen raakt in gesprek met een dame tegenover hem in de bus. Ze is nieuwsgierig naar het grote pakket en Arjen vertelt dat hij een Valentijns-special gaat opnemen voor student-tv. De rozen worden weggegeven. Niet zomaar natuurlijk, want dat vindt Arjen veel te saai voor een televisie-opname. Hij gaat studenten zoeken die een roos aan iemand anders willen geven, om wat voor reden dan ook: liefde, vriendschap, dankbaarheid, aanmoediging.

De dame vindt het prachtig en het wordt een vrolijk gesprek. Ze wil op een gegeven moment toch nog even zeker weten of de rozen niet voor zijn vriendinnetje zijn. Nee, lacht Arjen, echt niet. Dan wil de dame de rozen graag even zien. Arjen peutert een stukje van het papier los. Ze kijkt, verstart, staat op en rent al scheldend en tierend zo ver mogelijk naar achteren in de rijdende bus.

Arjen is stomverbaasd. Wat is er aan de hand? Hij kan de scheldkannonade van de allochtone dame niet verstaan en heeft geen flauw idee waarom het leuke gesprek is ontaard in iets – blijkbaar – vreselijks. Gelukkig voor hem blijkt er een studiegenoot achterin de bus te zitten. Beter nog: een studiegenoot met een Turkse achtergrond die de dame wèl kan verstaan. Stikkend van de lach komt hij naar Arjen toe. ‘Wat heb jij uitgehaald? Waarom ben je een monster dat moet wegrotten in de hel?’ Arjen weet het echt niet. De studiegenoot ook niet. Totdat hij de rozen in de gaten krijgt. Roze rozen – want het logo van de studievereniging en van student-tv is roze.

De studiegenoot snapt het dan heel goed: een knappe jonge kerel die met twintig roze rozen rondloopt, is per definitie homoseksueel en mag – nee, moet – rotten in de hel….

Tolerant landje, Nederland. Deze dame is in ieder geval prachtig geïntegreerd! De Valentijns-special is erg leuk geworden. En de roos die Arjen mee naar huis heeft genomen voor mij komt prachtig tot volle bloei. Roze!